OSLO-traject: Vlaamse standaardisatie mobiliteitsdata

15/07/2019

Tijdens het najaar van 2019, gaf Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid (MOW) het startschot voor een OSLO-traject rond de standaardisatie van mobiliteitsinformatie. Vlaanderen wil via dit traject een standaard ontwikkelen voor de uitwisseling van informatie over het volledige aanbod aan personenvervoer en mobiliteitsmodi operationeel in het Vlaamse Gewest. Autodelen.net volgt deze ontwikkeling van nabij op want dit is een belangrijke stap richting het delen van data op Belgisch en Europees niveau en interoperabele mobiliteit. 

Kader

Via de Europese richtlijn(en) betreffende de ‘national access points’ wil Europa het Europese mobiliteitslandschap (digitaal) aan elkaar linken. De EU-lidstaten dienen hiervoor een gemeenschappelijke standaard en interface te ontwikkelen zodat mobiliteit binnen Europa interoperabel gemaakt kan worden. Het moet een portaal worden waar alle publieke en private mobiliteitsdata wordt samengebracht. Vlaanderen zal hiervoor een Vlaamse mobiliteitscentrale oprichten.

Met haar visie op ‘basisbereikbaarheid’ wil de Vlaamse overheid inzetten op de maximale bereikbaarheid van belangrijke maatschappelijke locaties, zoals bedrijventerreinen, scholen, ziekenhuizen en winkelcentra. Een belangrijk aspect hiervan is het op elkaar laten aansluiten van vervoersmogelijkheden.

Momenteel loopt op Vlaams niveau een traject om de terbeschikkingstelling en uitwisseling van data te standaardiseren, (o.a. op vlak van mobiliteit) ten einde. Via deze Open Standaarden voor Linkende Organisaties (OSLO) zetten overheden in Vlaanderen in op een eenduidige standaard (zowel op semantisch als technologisch vlak) voor de uitwisseling van informatie. Het is de bedoeling om te zorgen voor meer samenhang en een betere vindbaarheid van data. Op die manier kan iedereen de gegevens makkelijker gebruiken. 

Traject

Het OSLO-traject startte met 6 publieke werkgroepen (najaar 2019). Een kandidaat-standaard (vocabularium en applicatiemodel) is het resultaat van deze werkgroepen. In maart 2020 liep de public review-periode af. Deze public review periode gaf de sector de kans om opmerkingen en suggesties te geven op de kandidaat-standaard. De feedback werd verwerkt en toegelicht op de webinar. De kandidaat-standaard werd op 23 april door de Werkgroep Datastandaarden van Informatie Vlaanderen erkend als datastandaard.

Wat werd er gedaan? 

De 6 publieke werkgroepen werden begin december afgewerkt. Tijdens de workshops werden aan de hand van use cases van de consument, de mobiliteitsaanbieder en de overheid een aanzet tot vocabularium en bijhorend applicatiemodel opgemaakt (de zgn. semantische standaard).

De verslagen van de respectieve werkgroepen vind je hier :

Er werd tevens een Github-map aangemaakt waar nuttige bronnen (documenten, bestaande standaarden, taxonomieën enzovoort) voor dit traject gedeeld kunnen worden.

Op deze pagina’s vind je snel de kandidaat-standaard terug, bestaand uit een vocabularium en een applicatieprofiel. Ons eindverslag van de publieke werkgroepen, met uitleg en context over de kandidaat-standaard geeft meer informatie over het traject.

Autodelen.net organiseerde op 28 januari een feedbackmoment voor de sector van de gedeelde mobiliteit. Hier werd het traject en de kandidaat-standaard toegelicht. Het verslag kan hier teruggevonden worden.

Aan het einde van de public review periode werd een webinar georganiseerd waar de bijgewerkte kandidaat-standaard werd toegelicht. Herbekijk de webinar en het verslag met de belangrijkste conclusies vind je hier.

De datastandaard werd eind april goedgekeurd. Het persbericht naar aanleiding van deze goedkeuring vindt u hier.

Belang voor de sector

België/Vlaanderen moet (vanuit Europa) een standaardisatie van mobiliteitsdata implementeren. Verschillende zaken zullen dus vanuit Vlaanderen opgelegd worden aan de aanbieders van (gedeelde) mobiliteit. Voor de overheid betekent dit een schat aan gelijksoortige informatie die ze kan monitoren, bestuderen en combineren met andere beleidsdomeinen. Met deze (gecombineerde) informatie kan ze bepaalde beleidsbeslissingen beargumenteren.

Ook de consument zal er wel bij varen. Door deze verplichting wordt het mogelijk om een automatische integratie van mobiliteitsgegevens in eender welke routeplanner te voorzien. Hierdoor zou het mogelijk moeten zijn om multimodaliteit zgn. seamless te laten verlopen waarbij de route gekozen wordt die een zo goed mogelijke aansluiting voorziet tussen verschillende vervoerswijzen.

Bovendien is deze standaardisatie een zegen voor de aanbieders van gedeelde mobiliteit en MaaS-providers die vandaag nog al te vaak kampen met verschillende data standaarden en daardoor ontzettend veel energie en middelen moet steken in het ‘vertalen’ naar een gemeenschappelijk standaard.

Nu de standaard is erkend, werkt MOW volop aan de praktische uitwerking van de standaard. MOW bekijkt op korte termijn hoe ook de sector voor gedeelde mobiliteit kan geholpen te worden op OSLO-compliant te worden. Van zodra hier meer nieuws over is, geven we een update.

Gepubliceerd op 23 oktober 2019, laatst bijgewerkt op 13 mei 2020

Gerelateerd nieuws