Het beleid op de rooster: successen en gemiste kansen

27/05/2024

Deelmobiliteit is aan een opmars bezig. Alleen kan het pas écht doorbreken als er een sterk beleidskader is, dat duurzame mobiliteit stimuleert. Maar hoe succesvol was het voorbije beleid werkelijk? In dit artikel blikken we terug op de belangrijkste initiatieven: wat ging er goed, waar kan het beter en waar heeft het beleid gefaald? 

Voor het gemak nemen we de regionale en federale beleidsmaatregelen samen. 

1. Deze maatregelen verdienen applaus

Het Lokaal Energie- en KlimaatPact (Vlaanderen)

Het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) is een succes dankzij zijn heldere doelstelling van 2 deelwagens per 1.000 inwoners, én de toegekende budgetten. Het pact heeft geleid tot een significante toename van deelauto’s, die nu al in 225 Vlaamse gemeenten beschikbaar zijn. Veel lokale besturen kennen autodelen ondertussen, en zijn zich bewust van de positieve impact op de openbare ruimte, het milieu en de modal shift. 

Green Deals rond deelmobiliteit (Vlaanderen en Brussel)

In 2023 lanceerde Brussel de Green Deal Inclusive Carsharing; in 2024 volgde de Vlaamse Green Deal Deelmobiliteit & Wonen. Zulke Green Deals rond autodelen en deelmobiliteit zijn cruciaal voor het versnellen van de transitie naar een duurzamer vervoerssysteem. De allereerste Vlaamse Green Deal, rond Gedeelde Mobiliteit, was een groot succes met 103 ondertekenaars en 789 uitgevoerde acties. Zo’n Green Deal brengt verschillende stakeholders samen, waaronder overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties, om gezamenlijke doelstellingen te realiseren en concrete acties te ondernemen. Deze samenwerkingsverbanden zorgen voor de uitwisseling van kennis en best practices, wat leidt tot innovatieve oplossingen en efficiëntere implementaties van deelmobiliteitsinitiatieven. Met positieve impact op onze leefomgeving. 

Waals erkenningskader voor deelmobiliteit

In 2021 keurde de Waalse Regering een nieuw decreet goed dat free-floating deelfietssystemen reguleert. Aanbieders die in het gewest actief willen worden, moeten met andere woorden altijd in het bezit zijn van een regionale vergunning. Het vergunningskader legt een aantal minimale kwaliteitseisen op voor de voertuigen zelf, net als verplichtingen rond parkeren en data delen met de Waalse Overheid. Op dit moment hebben Dott, Pony en Bolt een vergunning. Het kader is zowel voor aanbieders als voor gebruikers interessant: het biedt meer rechtszekerheid én garandeert ook kwaliteit voor gebruikers. 

De resolutie deelmobiliteit (federaal parlement)

In 2023 keurde de Kamer unaniem de resolutie rond deelmobiliteit goed. Dat zijn geen beleidsmaatregelen, maar wel een formele oproep van het federale parlement aan de regering om werk te maken van een stimulerend kader voor deelmobiliteit. Het gaat bijvoorbeeld over de verlaging van de btw voor autodelen van 21% naar 6%, waardoor autodelen financieel aantrekkelijker wordt. Verder pleit de resolutie voor het optimaliseren van het fiscaal en RSZ-kader, zodat bedrijven eenvoudiger kunnen overstappen op deelmobiliteit. Tot slot benadrukt de resolutie de noodzaak van samenwerking tussen gewesten voor uniforme regelgeving, wat essentieel is voor aanbieders die in meerdere regio’s actief zijn. 

2. Hier is nog veel ruimte voor verbetering

Het decreet basisbereikbaarheid (Vlaanderen)

Basisbereikbaarheid is een veelbelovende maatregel, die zal zorgen voor een groter aanbod van deelauto’s en deelfietsen. Alleen is de implementatie ervan nog verre van optimaal. Basisbereikbaarheid zal de toegankelijkheid en het aanbod van openbaar vervoer en deelmobiliteit verbeteren, zowel in stedelijke als landelijke gebieden. Op dit moment laat de praktische uitvoering te wensen over, met inconsistenties en tekorten in de dienstverlening. Er is ook een probleem met de visie: sommige regio’s beschouwen deelmobiliteit als een alternatief voor het openbaar vervoer, terwijl het vooral een aanvulling is op dat openbaar vervoer. Er is nog veel werk aan de winkel om de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken. 

De zero-emissie premie (Vlaanderen)

De eerste Vlaamse zero-emissie premie stimuleerde in 2018 en 2019 de vergroening van ons wagenpark. Het was positief dat de premie ook gold voor deelwagens. Dankzij die premie was Vlaanderen in 2020 koploper in Europa qua aandeel elektrische voertuigen binnen de deelvloot. Alleen werd de premie in 2020 stopgezet, en zo raakte Vlaanderen die voorsprong kwijt. De nieuwe premie van 2024 is een stap in de goede richting, maar blijft een gemiste kans. Omdat ook privévoertuigen in aanmerking komen, raakt het beschikbare budget snel uitgeput, waardoor de impact op het deelautosegment beperkt blijft.

Het Brusselse vergunningskader voor deelsteps, -fietsen en -scooters

Het Brusselse vergunningskader is op zich een grote stap vooruit. Het moet de publieke ruimte veiliger en aangenamer maken, in de eerste plaats voor voetgangers en personen met een beperkte mobiliteit. Het kader beperkt het aantal spelers dat actief mag zijn in Brussel en legt bepaalde regels op. Zo moet je bijvoorbeeld een deelstep of -fiets parkeren in een dropzone. 

In de juridische strijd die hierna losbrak, moest Brussel Mobiliteit gedeeltelijk en voorlopig het onderspit delven. Daarom bespreken we die maatregel in de categorie ‘ruimte voor verbetering’. Gelukkig houdt de verplichting om te parkeren in  dropzones wél juridisch stand. 

Coronapremie voor aanbieders van deelmobiliteit (Vlaanderen)

Als iedereen in zijn kot moet blijven, is dat een streep door de rekening van auto- en fietsdeelaanbieders. Sommige aanbieders zagen tijdens de eerste lockdown hun gebruik met 90% terugvallen. Gelukkig kwam de Vlaamse regering over de brug met steunmaatregelen. Helaas was de uitwerking en de hoogte van de premie ontoereikend. Door een gebrek aan een duidelijk erkenningskader voor auto- en fietsdelen vielen verschillende organisaties uit de boot. Dat maakte de steunmaatregelen versnipperd en minder effectief. Een slim erkenningskader had duidelijkheid en consistentie kunnen brengen in het beleid, en had ervoor kunnen zorgen dat alle aanbieders toegang kregen tot noodzakelijke steun.

Het mobiliteitsbudget (federaal)

Het mobiliteitsbudget is een stap in de juiste richting van duurzame vervoerskeuzes. Alleen blijft het een ondergeschikte optie zolang de salariswagen met tankkaart bestaat. Het mobiliteitsbudget biedt werknemers de keuze voor duurzamere opties zoals deelauto’s, fietsen en openbaar vervoer. Toch blijft de traditionele salariswagen met tankkaart vaak voordeliger en gemakkelijker. Hierdoor maken veel werknemers de overstap naar het mobiliteitsbudget niet. Beleidsmakers moeten zich dringend bezinnen over de maatschappelijke kost van salariswagens, en dat onfaire systeem herbekijken, zodat duurzame mobiliteitsopties aantrekkelijker worden. 

3. Hier ging het beleid de mist in

Wedden op meerdere paarden

Het beleid kiest niet voluit voor duurzame mobiliteit. Er worden te weinig gedurfde keuzes gemaakt en er is nog steeds te veel én-én-beleid. Regeringen hebben deelmobiliteit weliswaar op de radar gezet en maatregelen genomen om dit te faciliteren. Toch durven ze niet raken aan de voordelen van de privéauto en schipperen ze tussen duurzaamheid en gemak. Hierdoor blijft de impact van deelmobiliteit beperkt en wordt het potentieel ervan niet volledig benut. Voor een echt duurzame toekomst zijn er meer moedige en beslissende stappen nodig.

De Hoppinapp en mobiliteitscentrale (Vlaanderen)

De mobiliteitscentrale en de Hoppinapp zijn maatregelen met veel potentieel, maar ze hebben hun beloften niet waargemaakt. De Hoppinapp schiep grootse verwachtingen maar heeft die voorlopig niet ingelost. De mobiliteitscentrale functioneert niet naar behoren, waardoor mensen letterlijk in de kou blijven staan. Dit gebrek aan betrouwbaarheid straalt af op de kwaliteit van het hele concept, en op de fysieke Hoppinpunten die overal in Vlaanderen worden uitgerold. Het is een gemiste kans om het vertrouwen van potentiële gebruikers van deelmobiliteit te winnen. Hoog tijd om de beloftes na te komen.

Laadinfrastructuur (Vlaanderen)

Sinds deze legislatuur kunnen aanbieders voorbehouden laadpalen voor deelwagens aanvragen op publiek domein. Dat gebeurt via de nieuwe Vlaamse concessie die per provincie toegewezen werd aan respectievelijk Total Energies en Engie. Zeker positief, want voordien was het wettelijk niet toegestaan om laadpalen voor te behouden voor deelwagens. Toch zijn er nog heel wat serieuze drempels. Zo is de doorlooptijd voor de plaatsing van een laadpaal op publiek domein enorm lang. Ook de exclusieve samenwerking met Total Energies of Engie heeft kwalijke gevolgen: een onevenwichtige relatie, hoge laadtarieven en het risico op een boete als een deelauto te lang staat te laden (het zogenaamde rotatietarief). Voor autodelen is het essentieel dat de overheden afstappen van de exclusiviteit voor laadpaaloperatoren op openbaar domein, geen rotatietarief invoeren voor deelwagens en innovatieve laadoplossingen voor deelwagens mee ondersteunen. 

Tips voor de volgende ministers

Maak keuzes

Maak heldere keuzes en ga ervoor. Kies voluit voor duurzame mobiliteit. Durf beslissingen te nemen die de transitie naar duurzame vervoersopties versnellen. Laat het én-én-beleid achterwege en zet volledig in op maatregelen die deelmobiliteit en andere groene alternatieven bevorderen. Zo kan de toekomst van mobiliteit duurzaam en efficiënt worden vormgegeven. Dit zal niet alleen de leefomgeving verbeteren, maar ook de levenskwaliteit voor de hele samenleving verhogen.

Werk samen met de andere beleidsniveaus

Samenwerking tussen lokale, regionale en nationale overheden is essentieel om uniforme regelgeving en standaarden te creëren. Dit vergemakkelijkt de implementatie van deelmobiliteit en zorgt voor een consistente en betrouwbare gebruikerservaring. Door gezamenlijk op te trekken, kunnen we de infrastructuur en diensten verbeteren en deelmobiliteit voor iedereen toegankelijk maken.

Lees ons memorandum

Samen met aanbieders van deelauto’s en deelfietsen formuleerden we 20 aanbevelingen voor verschillende beleidsniveaus om deelmobiliteit te stimuleren. Naast fiscaliteit en infrastructuur gaan de voorstellen over sensibiliserings- en testcampagnes, over multimodale mobiliteit en over elektrisch autodelen en laadinfrastructuur.

Deze acties maken het verschil voor deelmobiliteit

Gerelateerd nieuws