Steden en gemeenten moeten versnelling hoger schakelen om LEKP-doelstelling te halen

19/12/2022

Tegen 2030 wil Vlaanderen twee deelwagens per 1.000 inwoners. Dat betekent 13.200 deelwagens, als we rekening houden met het huidige inwonersaantal. Om dat te halen, hebben we een extra versnelling nodig. Duik mee met ons in de cijfers.

Twee keer per jaar verzamelt Autodelen.net cijfers over het aantal deelwagens per gemeente. Zo monitoren we voor het Agentschap Binnenlands Bestuur de voortgang van de LEKP-ambities. Uit de cijfers van oktober 2022 trokken we een aantal conclusies, die we hier graag delen.

Noot: we nemen in deze cijfers de verschillende vormen van autodelen op, zoals ze meetellen voor de LEKP-doelstelling. Het gaat om roundtrip, free floating en particulier kostendelend autodelen. De meest recente cijfers van het aantal deelwagens per gemeente vind je op het Lokaal Klimaatpactportaal van de Vlaamse Overheid.

Hoeveel deelwagens zijn er in Vlaanderen?

Bij de start van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) in januari 2022 waren er in Vlaanderen 2.856 deelwagens. Dat komt overeen met 0,43 deelwagens per 1.000 inwoners, wat nog ruimschoots onder de doelstelling ligt van 2 deelwagens per 1.000 inwoners tegen 2030.

In oktober 2022 steeg het aantal deelwagens tot 3.162, of 0,47 deelwagens per 1.000 inwoners. Dit betekent een stijging met 10,7% t.o.v. het begin van het jaar.

Januari 2022 Oktober 2022
Aantal deelwagens in Vlaanderen 2.856 3.162
Aantal deelwagens in Vlaanderen per 1.000 inwoners 0,43 0,47

Er is een extra versnelling nodig om de LEKP-doelstelling te halen

In oktober 2022 zijn er 3.162 deelwagens in Vlaanderen. Om in 2030 de doelstelling van minimaal 13.200 deelwagens, of twee auto’s per 1.000 inwoners, te behalen moeten er op minder dan 9 jaar nog ca. 10.000 deelauto’s bijkomen in de regio. Om een realistische inschatting te maken van de inspanning die nodig is, nemen we de groei van de laatste jaren onder de loep. In 2019 groeide het aantal deelwagens met 22,5% t.o.v. het jaar voordien, in het coronajaar 2020 stokte de groei (4,2%) om in 2021 en 2022 terug te klimmen naar respectievelijk 14,8% en 10,7%. Dat resulteert in een gemiddelde groei van 13,1% over de vier jaren heen. Indien we deze groei constant houden en de komende jaren doortrekken, dan zouden we in 2030 uitkomen op 8.446 deelwagens (zie grafiek hieronder). Dit groeipad is echter onvoldoende om de doelstelling van 2 deelwagens per 1.000 inwoners te behalen in 2030. Indien we vertrekken van het streefdoel van 13.200 deelwagens dan blijkt dat er vanaf 2023 een jaarlijkse groei van 19,56% nodig is, i.p.v. de huidige 13,1%, om deze doelstelling te halen.

Grafiek: verwacht vs. noodzakelijk groeipad aantal deelwagens in Vlaanderen i.f.v. LEKP

Hoeveel extra deelwagens nodig per jaar?

Het is echter ook interessant om naar het absoluut aantal extra deelwagens te kijken. In het eerste scenario met een gemiddelde jaarlijkse groei van 13,1% stijgt het aantal deelwagens dat er jaarlijks moeten bijkomen van ruim 500 in 2025 tot bijna 1.000 in 2030 (zie grafiek hieronder). In het tweede scenario met een gemiddelde groei van 19,56% zouden er vanaf 2026 jaarlijks al meer dan 1.000 deelwagens moeten bijkomen in Vlaanderen en in het jaar 2030 zelfs meer dan 2.000. Wetende dat het aantal deelwagens in Vlaanderen tussen 2019 en 2021 met ongeveer 900 is toegenomen, wacht in de laatste jaren van het decennium een serieuze uitdaging.

Grafiek: verwachte vs. noodzakelijke groei aantal extra deelwagens per jaar in Vlaanderen i.f.v. LEKP

Hoeveel deelwagens zijn er eind 2022 per provincie?

In oktober 2022 zijn er deelwagens in 176 Vlaamse gemeenten. Dat komt neer op 59% van alle gemeenten. Het gaat hierbij om zowel roundtrip, free floating als particulier kostendelend autodelen.

We zien evenwel grote verschillen tussen de provincies. Zo is de provincie Oost-Vlaanderen koploper op vlak van het aantal gemeenten met minstens één deelwagen. In meer dan acht op de tien gemeenten is er minstens één deelwagen te vinden. Zowel in Antwerpen als in Vlaams-Brabant heeft ongeveer zes op de tien gemeenten een autodeelaanbod. West-Vlaanderen en Limburg sluiten de rij. In deze provincies staat in respectievelijk 50 en 31 procent van de gemeenten minstens één deelwagen (zie tabel hieronder).

Aantal deelwagens (per 1.000 inwoners) per provincie

Aantal gemeenten met minstens één deelwagen Aandeel gemeenten met minstens één deelwagen (%) Aantal deelwagens Aandeel op totale vloot deelwagens in Vlaanderen (%) Aantal deelwagens per 1.000 inwoners
Antwerpen 44 63,8% 1.336 42,3% 0,71
Limburg 13 31,0% 62 2,0% 0,07
Oost-Vlaanderen 50 83,3% 1.187 37,5% 0,77
Vlaams-Brabant 37 56,9% 347 11,0% 0,30
West-Vlaanderen 32 50,0% 230 7,3% 0,19
TOTAAL Vlaams Gewest 176 58,7% 3.162 / 0,47

De provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen zijn elk goed voor ongeveer vier op de tien van alle deelwagens in Vlaanderen. Vlaams-Brabant is goed voor 11% en West-Vlaanderen 7%. Slechts 2% van de Vlaamse deelwagens rijdt rond in Limburg.

Tot slot ligt het aantal deelwagens per 1.000 inwoners het hoogste in Oost-Vlaanderen (0,77), op de voet gevolgd door de provincie Antwerpen (0,71). Vlaams-Brabant (0,30), West-Vlaanderen (0,19) en Limburg (0,07) volgen op respectabele afstand.

Hoeveel deelwagens zijn er eind 2022 in de centrumsteden?

Meer dan 79% van de Vlaamse deelwagens bevindt zich in één van de 13 centrumsteden. Stad Gent spant daarbij de kroon met 934 deelwagens, op de voet gevolgd door stad Antwerpen met 899 voertuigen. Gent steekt daarmee Antwerpen voorbij in vergelijking met het begin van 2022. Samen hebben zij 1.833 deelwagens, goed voor bijna 60% van het totaal aantal deelwagens in Vlaanderen. Genk sluit de rij met 5 deelwagens (zie tabel hieronder).

Aantal deelwagens (per 1.000 inwoners) in de centrumsteden

Aantal deelwagens januari 2022 Aantal deelwagens oktober 2022 Aantal deelwagens per 1.000 inwoners Aandeel op totale vloot deelwagens Vlaanderen (%)
Aalst 20 19 0,21 0,60%
Antwerpen 896 899 1,69 28,43%
Brugge 58 75 0,63 2,37%
Genk 5 5 0,07 0,16%
Gent 734 934 3,52 29,54%
Hasselt 30 39 0,49 1,23%
Kortrijk 27 31 0,40 0,98%
Leuven 201 211 2,06 6,67%
Mechelen 159 204 2,34 6,45%
Oostende 21 23 0,32 0,73%
Roeselare 18 15 0,23 0,47%
Sint-Niklaas 22 26 0,32 0,82%
Turnhout 22 22 0,47 0,70%
TOTAAL 2.213 2.503 1,49 79,2%

Als we de centrumsteden bekijken vanuit het perspectief van de LEKP-doelstelling (het aantal deelwagens per 1.000 inwoners), zien we dat Gent het hoogste aandeel deelwagens per inwoners heeft, namelijk 3,5 deelwagens per 1.000 Gentenaars. Antwerpen, Gent, Mechelen en Leuven scoren op deze parameter duidelijk hoger dan de andere centrumsteden. Ook hier sluit Genk de rij met 0,07 deelwagens per 1.000 inwoners.

Er zijn in oktober 2022 drie steden die de doelstelling van het LEKP (2 deelwagens per 1.000 inwoners) reeds hebben behaald, namelijk Gent, Mechelen en Leuven. Zij ontvingen op 9 november de ‘Elke buurt deelt award’ uit handen van minister Somers op een inspiratiemoment in Leuven.

Welke steden en gemeenten zijn dicht bij die doelstelling? We maakten een top 20 volgens het aantal deelwagens per 1.000 inwoners.

Conclusie: de doelstelling is ambitieus, maar wél haalbaar

Autodelen zit overduidelijk in de lift in Vlaanderen. Het aantal autodelers en deelwagens stijgt jaar na jaar, en de verwachting is dat deze trend de komende jaren alleen nog maar zal toenemen. Ondanks het feit dat, op basis van de huidige groeicijfers, de doelstelling van het LEKP niet bereikt zal worden, is Autodelen.net voorzichtig positief dat de doelstelling, mits extra inspanningen, in 2030 kan gehaald worden. Lokale besturen spelen een belangrijke rol bij het realiseren van de doelstellingen van het LEKP. Daarbij is het essentieel om in te zetten op voldoende aanbod van autodelen, het juiste kader en het aanzwengelen van de vraag. Concrete voorbeelden daarvan zijn het integreren van deelwagens bij projectontwikkelingen, een parkeerbeleid dat autodelen stimuleert en het informeren en sensibiliseren van de inwoners. Meer informatie over dit alles is terug te vinden in onze Inspiratiegids Koolstofvrije Deelmobiliteit.

De groei van het deelwagenpark vergt ook een infrastructurele inspanning. Er zullen immers voldoende voorbehouden laadpalen en parkeerplaatsen moeten ingericht worden voor autodelen. Het is zaak om daar nu reeds mee van start te gaan.

Gerelateerd nieuws