Een stimulerend parkeerbeleid

-> Download onze gids ‘Gedeelde mobiliteit binnen woningbouwlocaties’

Autodelen zorgt voor meer open ruimte in de stad en verhoogt de leefbaarheid van buurten doordat er minder wagens in omloop zijn. Naarmate het aantal deelwagens toeneemt, zal de stad bijgevolg minder openbare parkeerplaatsen beschikbaar moeten stellen voor de bewoners.

Een lokale overheid kan via het parkeerbeleid mee het succes bepalen van autodelen. De twee belangrijkste instrumenten daarbij zijn:

  • Parkeerplaatsen voor autodelen (toegewezen of vrij)
  • Parkeervergunningen voor meerdere of alle parkeerzones (gratis of betalend)

Aanvullend kunnen nog enkele flankerende instrumenten gehanteerd worden zoals buurtparkings, Park en ride zones, … Een autodelen stimulerend parkeerbeleid vertrekt vanuit onderstaande 2 basisprincipes:

Basisprincipe 1: gedifferentieerd parkeerbeleid

Een gedifferentieerd afdwingbaar parkeerbeleid, aangepast aan de diverse vormen van autodelen, is essentieel voor het succes van autodelen in een stad. Het zorgt voor de noodzakelijke voorwaarden voor respectieve autodeelsystemen, incentives om mensen over de streep te trekken en het voorkomt het oneigenlijke gebruik van incentives bedoeld voor personen die een inspanning doen om de leefbaarheid van buurten te verbeteren.

TYPE DEELAUTO

Het parkeerbeleid ten aanzien van autodelen vertrekt idealiter vanuit de definiëring van de verschillende types van deelwagens (stationbased, free-floating, particuliere deelwagen,…). Elk type heeft haar eigen specifieke vereisten en impact op de leefbaarheid van buurten.

Een stationbased deelauto heeft bijv. nood aan toegewezen standplaatsen. Een “zwevende” deelwagen (free-floating) heeft eerder nood aan een netwerk van autodeelstandplaatsen zonder dat die toegewezen zijn aan een bepaalde deelauto.

Voor een particulier gedeelde wagen zijn standplaatsen dan weer geen echte noodzaak maar zijn parkeervergunningen voor de zones van de gebruikers dan weer een belangrijke incentive. Bovendien moet ook bekeken worden wat de impact is van dergelijke deelauto (een wagen die 6 keer per jaar wordt uitgeleend zal minder impact generen op de leefbaarheid van buurten dan een wagen die wekelijks wordt uitgeleend)

CONCRETISERING VAN EEN GEDIFFERENTIEERD PARKEERBELEID

Om een gedifferentieerd parkeerbeleid te concretiseren kan de stad zich baseren op onderstaande uitgangspunten:

  • Combinatie van toegewezen en vrije standplaatsen autodelen
  • Combinatie van grotere autodeelhubs (clusters van autodeelparkeerplaatsen) en kleinere “on street” standplaatsen autodelen
  • Combinatie van betalende en gratis parkeervergunningen
  • Noodzakelijk om criteria op te stellen voor gebruik standplaatsen en parkeervergunning autodelen
  • De criteria hebben betrekking op de deelwagen (op die manier kunnen autodeelorganisaties verschillende type deelwagens aanbieden bv. een deel met vaste standplaats en een deel zwevend)
  • Criteria initieel niet te hoog + een aanpassingsperiode waarin deelwagens zich in regel kunnen stellen met de criteria
  • Jaarlijkse opvraging basisgegevens (bij de autodeelaanbieders) betreffende de deelwagens die genieten van de parkeervoordelen autodelen (bezettingsgraad, aantal gebruikers, aantal gedeelde kilometer…)
  • Op basis van de jaarlijkse data wordt het parkeerbeleid autodelen verder gedifferentieerd en worden criteria scherper gesteld
  • De basis voor het verder differentiëren kent haar logica volgens gerealiseerde impact bv. bezettingsgraad, aantal gebruikers en aantal gedeelde km van de deelwagen

Basisprincipe 2: optimale geografische spreiding

Een tweede belangrijk principe is dat een goede spreiding van deelauto’s essentieel is. Uit onderzoek blijkt immers dat mensen de nabijheid van een deelauto het belangrijkste criterium vinden om te gaan autodelen. Gemiddeld zijn huidige (potentiële) autodelers bereid om zich maximaal 500 meter te verplaatsen. Het parkeerbeleid ten aanzien van standplaatsen voor autodelen zal dan ook een ideale combinatie moeten zoeken tussen grotere, centrale “autodeelhubs” en kleinere “on street” standplaatsen.

CONCRETISERING VOOR AUTODEELAANBIEDERS MET EIGEN VLOOT

Autodeelaanbieders met een eigen vloot moeten rekening houden met de economische realiteit wanneer zij een nieuwe deelwagen ter beschikking stellen van hun leden. Het aankopen en plaatsen van een deelwagen is een relatief zware investering. Deze wagen moet zo veel mogelijk gebruikt worden zodat de investering terugverdiend kan worden. Sommige buurten/wijken zijn commercieel interessanter dan andere.

De lokale overheid kan sturend optreden ten opzichte van de locaties van de deelwagens door de stad/gemeente te verdelen in verschillende autodeelzones. Wanneer een aanbieder een wagen plaatst in een commercieel interessante wijk, kan die verplicht worden om ook op een minder evidente wijk een deelwagen te voorzien.
De stad kan ook financiële incentives geven aan autodeelaanbieders om deelwagens te voorzien in commercieel minder interessante wijken zodat autodelen daar sneller een evidentie wordt.

CONCRETISERING VOOR PARTICULIERE DEELAUTO’S

Om de spreiding te optimaliseren, is het noodzakelijk alle vormen van autodelen te promoten en te stimuleren. Het delen van privé-auto’s vormt immers een perfecte aanvulling op het wagenpark van autodeelaanbieders met een eigen vloot, en omgekeerd.
Gerichte promotiecampagnes voor het delen van particuliere deelwagens in buurten waar nog geen deelwagens beschikbaar zijn van autodeelaanbieders is een ideaal instrument om mensen vertrouwd te maken met het concept autodelen. Na verloop van tijd zal het ook commercieel interessant worden voor autodeelaanbieders met een eigen vloot om deelwagens te plaatsen.

Beleidsmaatregelen

Vijf voorwaarden om duurzame mobiliteit succesvol te integreren in een woonomgeving

25/10/2021

Bremen maakt de afwijking op de parkeernorm mogelijk dankzij de integratie van duurzame mobiliteitsconcepten, waaronder autodelen

Meer informatie